Dan was hij na het paasfeest met de zonen van Cyrinus, van de
stad Dabrat uit, naar Jezus’ jongste lering bij Gabara gegaan.
Na daar door Jezus tot leerling aangenomen te zijn, was hij
(met Jezus) naar hier teruggekeerd.
De maaltijd was in een soort tuin met lange, dichte, groene hagen.
De tafel was een natuurlijk, met gras begroeid aarden verhoog of
bank. Hierop lagen platen (of planken) die met een tafelkleed
bedekt waren. De aanligplaatsen waren aan de ene zijde van het
smalle tafelvlak, dat een kleine wal vormde; ook die bestonden uit
een aarden wal, die met gras begroeid en daarenboven met matten
belegd was. De maaltijd bestond uit koeken, saus en groente die
men in de saus doopte, uit lammerenvlees, vruchten en drank in
kleine kruikjes, alles uiterst eenvoudig.
De vrouwen waren afgezonderd, doch vertrouwelijker dan elders;
gesluierd droegen zij de spijzen op, dienden de gasten en
aanhoorden daarna, op enige afstand neergezeten, de lering
van Jezus.
Aan de zijden van de tuin waren gehele rijen afzonderlijke,
dichtgebladerde loofhutten van levend groen. Ik meen dat die
tuin bij het huis een bidplaats voor de Joden is. Deze familie
vormde een hele, kleine Essenergemeente; ze leeft van landbouw,
van veeteelt, van weven en spinnen687. De oude sprak met
Jezus ondermeer over de moord op Joannes en van de
profeten. Het overige ben ik vergeten.
687 Weven en spinnen. – Ook een bedrijf dat er heden nog bloeit. “De
vrouwen gaan nooit naar koffiehuizen, maar houden zich thuis onledig met
de kinderen, breien, spinnen of weven voor het gezin en voor de verkoop in
het dorp en op de stadsmarkt.” (‘The Island of Cyprus’, blz. 133).
Fascikel 25
2450
|