background image
Barnabas komt Jezus afhalen. – Een heidense
karavaan.
1285.
Op het middaguur kwam Barnabas met één van zijn broers en
twee joodsgezinde heidense jongelingen tot Jezus. Zij kwamen
uit de noordwestelijke richting uit de geboortestreek van
Barnabas. Zijn woonplaats is een stad van betekenis en heet
Chytrus; zij kwamen Jezus afhalen om daar de sabbat te gaan
vieren.
Jezus ging in de namiddag met hen mee en Hij
leerde onderweg de arbeiders. Zij gingen in de richting
van het punt, waarmee het dal in dat gewest (van Barnabas’
geboorteplaats) eindigt of uitloopt. ( Een bewijs dat in het begin
van nr. 1283 staan moest ‘noordwestwaarts’, niet
‘noordoostwaarts’).
In die richting stapten zij tot zij kwamen aan een heerbaan, die
kwam van een haven in het noordwesten van het eiland (nl. van
Lapitus) en liep naar een andere in het zuidoosten (waarschijnlijk
Kition, nu Larnaka). Ze passeerde op een afstand van een paar
uren westelijk van Salamis.
(Op de oude kaart van Peutinger is een grote weg getekend, die best 
aan deze heerbaan beantwoordt; ze komt van Lapitus en Kerynia en 
ten zuiden van Chytrus gekomen, wendt ze zich oostwaarts tot 
tegen Salamis en loopt dan rond het eiland op enige afstand van de 
kust.  We veronderstellen de herberg waar Jezus in gaat, een drietal 
uren ten oosten van Chytrus).   
Hier stond een grote herberg voor de Joden waar zij ingingen.
Niet ver van daar staan nog een menigte hutten, een herberg met
een bron (of waterbak) voor de lastdieren en de doorreizende
heidenen. De landweg is altijd vol reizigers. Hier was geen
vrouw in het huis, of liever woont zij, naar ik meen, afgezonderd.
Fascikel 25
2497