background image
Hij maakte onderscheid tussen het dode en het
levende offer en zij vroegen Hem naar het verschil
tussen beide. Daarna leerde Hij over de acht
zaligheden.
Genezing van een bejaard rabbijn.
In de vergadering was ook een oude, deugdzame rabbijn
aanwezig; hij was reeds lang waterzuchtig en, volgens zijn
gewoonte, had hij zich in de synagoge op zijn plaats laten
brengen. Terwijl de geleerden nog met Jezus over allerhande
punten twistten, riep de man luidkeels: “Zwijg toch een keer en
laat mij eens iets zeggen!” En toen zij nu allen zwegen, riep hij
uit: “Heer, U hebt anderen barmhartigheid bewezen, helpt ook mij
en gebied mij tot U te komen!”
Hierop sprak Jezus tot hem: “Indien gij gelooft, sta op
en kom tot Mij!” En de zieke sprong op, terwijl Hij riep:
“Heer! ik geloof!” Hij was gezond en ging de trappen op tot
Jezus en bedankte Hem. (Bedoeld zijn de trappen van het
verhoog vanwaar Jezus het volk toesprak in het midden van de
synagoge).
De gehele vergadering brak los in vreugdegeroep en lofprijzing.
Jezus en de anderen gingen nu aanstonds naar het huis van
Barnabas. Van zijn kant verzamelde de spijsmeester (van de
synagoge-overste) de armen en arbeiders voor de maaltijd die
Jezus hun had overgelaten.
Ouderlijk huis en familie van Barnabas.
1294.
De vader van Barnabas woont vóór de westzijde van de stad; zijn
huis maakt deel uit van een groep huizen die daar verspreid
Fascikel 25
2514