verwanten en vele andere mensen (die door het wonder
aangetrokken waren) in het voorhof van de zaal (vóór de zaal)
terug. Zij kwamen, om Jezus te bedanken, blijde liederen zingen,
die zij met de muziek van hun speeltuigen begeleidden.
Hierop hield Jezus nog een treffende toespraak over
de dankbaarheid, waarin Hij ondermeer zei: “De
dankbaarheid is een gebed dat nieuwe genaden
bekomt. Zó goed is de hemelse Vader!”
Na de maaltijd zag ik Jezus met zijn leerlingen en de heidense
wijsgeren door de bekoorlijke, groene, lommerrijke riet- en
grasdalen (Rieder) verre rond de stad wandelen en ondertussen
bijna voortdurend de heidense jonge mannen en nieuwe
leerlingen onderwijzen. Zijn eigen leerlingen onderwezen
ook enige scharen. (Het groene dal loopt naast Mallep dat er zich
op een heuvel boven verheft; zie kaartje).
Fascikel 25
2549
|