Jezus leert in de synagoge en bij de doopplaats.
1316.
17 mei = 1 Sivan; Nieuwe Maan; Sabbat. –
‘s Morgens zette Jezus zijn lering over het jubeljaar in
de synagoge voort, over het bebouwen van het veld en
uit Jeremias. Daarna ging Hij met de leerlingen en veel volk,
Joden en enige heidenen, buiten de stad naar het zuiden (of
zuidwesten; zie plan), waar de Joden een tuin met baden hadden.
Deze bestonden uit een middelvijver, die door badcellen omgeven
was. De tuin was vol aangename wandelplaatsen en lange,
lommerrijke groene lovergangen. De vijver kreeg zijn water van
de bron van Chytrus(?). Hier was reeds alles tot de doop
ingericht, en vele mensen volgden Jezus naar een leerplaats bij de
een aantal jaren gepacht had, b.v. voor 8 jaren, het 7e jaar zegde: “Voortaan
zal ik het niet meer mesten, niet meer zorgvuldig bewerken of van onkruid
zuiveren, ik zal daar toch geen voordeel meer van hebben.”
“Dit is tekort aan liefde,” zegt Jezus. “Voor uw broeder, die het met
het jubeljaar weer in bezit zal krijgen, moet U doen wat U zou
wensen dat uw broeder doet voor u, indien de rollen omgekeerd
waren. Dit versterkt de liefdebanden onder de mensen; het
veredelt hen, het verrijkt hen voor God.”
Fascikel 25
2560
|