25. Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor
haar overgegeven heeft,
26. om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord,
27. en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets
dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet.
28. Zo zijn [ook] de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn
eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief;
29. want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het, zoals Christus
de gemeente,
30. omdat wij leden zijn van zijn lichaam.
31. Daarom zal een man [zijn] vader en [zijn] moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en
die twee zullen tot één vlees zijn.
32. Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en [op] de gemeente.
33. Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zó liefhebben als zichzelf en de vrouw
moet ontzag hebben voor haar man.
Uit: NBG-vertaling 1951
***
Tenslotte leerde Hij over de boetvaardigheid en de
doop die de ziel reinigen en de schuld delgen van ‘s
mensen afvalligheid en scheiding van God en hem
bekwaam maken om aan het Verbond van de
zaligheid deelachtig te worden.
Jezus trad ook met enige dopelingen ter zijde om hun
schuldbekentenis te ontvangen. Hij vergaf hun hun
zonden en legde hun tot penitentie verstervingen en
goede werken op. Jakobus de Mindere en Barnabas doopten.
De dopelingen waren meestal ouderlingen en enige heidenen, ook
de 3 van blindheid genezen jongetjes, die bij de doop van hun
ouders in Kafarnaüm niet gedoopt geworden waren.
Jezus onderricht de heidense wijsgeren.
1318.
Jezus en de zijnen en nog vele anderen namen hier nog een
verversing en deden dan een sabbatwandeling ten zuiden van het
dorp. Hier vloeit de beek van Lanifa een eind ver om de stad en
dan naar de zee: zij moesten de beek overschrijden; in het dal van
Fascikel 25
2562
|