“De mens,” zegde Jezus, “is als God willen worden
door het eten van de verboden vrucht, en hij kon niet
geholpen of verlost worden, tenzij dat de Vader zijn
Zoon onder de mensen liet opstaan, om hen weer met
God te verzoenen.
De mensen waren in hun wezen en bestaan zo
misvormd geworden, dat er barmhartige en
wonderbare maatregelen nodig geweest waren om
het Rijk van God opnieuw op de aarde te brengen,
aangezien het rijk van de duisternis in de mens het
Rijk van het Licht van zich afstoot.”
Hij verklaarde duidelijk dat dit Rijk geen wereldse
heerschappij, macht noch heerlijkheid is, maar wel de
vernieuwing, de herschepping van de mens in God,
zijn verzoening met de hemelse Vader en de
vereniging van alle goede mensen in één (mystiek)
lichaam.
Lering bij de doopplaats.
1319.
18 mei = 2 Sivan. –
Deze morgen onderwees Jezus op de doopplaats
nogmaals vele mensen, inzonderheid de nieuw-
getrouwden. Daar waren er 7 paren, onder wie 2 heidenen, die
de besnijdenis aangenomen hadden en nu met joodse meisjes
trouwden. Zij waren van hun verwanten en vrienden, mannen en
vrouwen vergezeld, zodat ik eerst gemeend had dat er veel meer
paren waren. De bruidegoms werden gedoopt en enige heidenen
die het Jodendom genegen waren, hadden de toestemming
gevraagd om met de anderen Jezus’ lering te mogen aanhoren.
Fascikel 25
2564
|