background image
Openbaar Leven van Jezus
Hoofdstuk XVII –
Reis naar, en verblijf op Cyprus
(van 29 april tot 5 juni 1823)
(vervolg).
Lering over Pinksteren en het doopsel.
1328.
21 mei = 5 Siwan. –
Deze morgen waren bij Jezus in zijn herberg zijn leerlingen en de
gedoopte heidenen en verscheidene Joden. Hij leraarde over
het Pinksterfeest, over de afkondiging van de
geboden op de Sinaï en de doop. Hij gaf vele
diepzinnige beschouwingen ten beste en haalde
daarin veel uit de profeten aan, dat er betrekking op
had. In dit verband sprak Hij ook veel over de heilige
broden die op het Pinksterfeest gewijd worden, over
het offer van Melchisedek en het door Malakias voor-
spelde offer (Lev. 23, 15-21; Gen. 14, 18-20; Mal. 1, 10-11).
Hij zei dat de vervulling van deze profetie, de
instelling van dat offer, nabij was, en dat met de
terugkeer van dit feest het volgende jaar een nieuwe
genade over de doop zou komen (bij de Nederdaling
van de H. Geest), en dat alle gedoopten, die dan aan
de Vertrooster van Israël, de Messias, geloofden, aan
deze genade deelachtig zouden worden719.
719 Hieruit kan men afleiden dat het doopsel nu nog niet ingesteld is, dus ook
niet ingesteld werd in de nacht van Jezus’ gesprek met Nikodemus,
maar de voorlopige doop kon sommige uitwerkselen voortbrengen van het
definitieve doopsel onder zekere voorwaarden, zoals het doopsel van
begeerte dit ook kan.
Fascikel 26
2580