Ik heb vroeger namelijk gezien dat Jezus na zijn verrijzenis met
de zielen van de oudvaders door Palestina wandelde, hen bij zijn
doopplaats in de Jordaan bracht en zelf hen doopte. Misschien
was dit een geestelijke toepassing van het gebruik, waarover de
heiden met de tak aan de beek Jezus ondervroeg, maar deze zielen
heb ik werkelijk gezien.
Ik heb het echter tot nog toe niet willen vertellen.
(Wanneer Jezus binnen een jaar naar het land der H. Driekoningen
zal reizen, zal het aangezicht van de overleden koning Saïr, die met
het doopsel van begeerte gestorven was, ook gewassen worden.
Misschien heeft dit enig verband met het hier behandelde gebruik).
***
Ik zag dat men van het bruiloftsfeest voor Jezus en zijn leerlingen
spijzen naar de herberg zond, waarheen Hij met de leerlingen
tegen de sabbat weerkeerde. (Hier wordt nogmaals een feest, nl.
het hoogfeest van Pinksteren sabbat genoemd, zie fasc. 13, nr.
432, voetnoot 194). De nieuwe echtelingen werden heden naar
hun nieuw thuis geleid; zij waren in het feesthuis verzameld.
Dit deel (partner) dat (van zijn familie) een huis meegegeven
kreeg, stond vóór dit huis, en de verwanten haalden het ander deel
in het feesthuis af en leidden het met muziek en slaande trom
driemaal rond het huis en het eerste deel ontving het met
allerhande spreuken en vermaningen. Ook alle
bruiloftsgeschenken werden plechtig en met vertoon in het huis
binnengedragen en vele aalmoezen aan de armen uitgedeeld.
Voorbereiding tot het Pinksterfeest.
1330.
Bovendien zag ik in de stad allen met reinigen, poetsen, schuren
en baden bezig. De synagoge en vele huizen waren met groene
bomen en bloemkransen versierd en de grond met bloemen
bestrooid. Ook werd de synagoge bewierookt. Ook werden de
Fascikel 26
2584
|