wetsrollen met bloemen omkranst. In het voorhof van de
synagoge werden in de namiddag de pinksterbroden gebakken in
de daartoe bestemde kamers en het meel ervoor was door de
rabbijnen gezegend721. Het waren twee tarwebroden van de oogst
van dit jaar, en andere broden en grote dunne koeken met kerven
om ze in stukken te breken. Het meel ervoor had men uit Judea
laten komen722 van het veld waarop Abraham het offermaal van
Melchisedek ontvangen had; het meel had men in lange bussen
naar hier gezonden; zij noemden dit ‘het zaad van Abraham’.
Dit werd niet met zuurdeeg gemengd723. Alles moest tegen 4 uur
gereed zijn. Daar was nog ander meel en ook kruiden, die
eveneens gezegend werden.
Vóór de sabbat werden de rabbijnen door de schoolkinderen
plechtig naar de synagoge afgehaald, alsook de bruiden door de
vrouwen en de bruidegoms door de jonge mannen.
Ook Jezus begaf zich met zijn leerlingen naar de synagoge.
Hier bestond de goddelijke dienst niet in speciale onderrichtingen,
doch slechts in een afwisseling van gezangen, voorlezingen en
gebeden; ik weet niet meer alles nauwkeurig.
De gewijde broden werden in stukken gesneden en in de synagoge
uitgedeeld. Men bewaarde dit brood als een beschermmiddel
tegen ziekten en toverij.
Deze avond zag ik geen maaltijden. Verscheidene Joden, onder
wie de 7 jonge echtgenoten, hielden heel de nacht in de synagoge
721 In de daartoe bestemde kamers. – In navolging van de tempelinrichting
waren hier kamers voorbehouden voor het bakken van de toon-, de paas- en
Pinksterbroden (cfr. D.B. Temple, k. 2062).
722 Het meel was uit Judea gekomen. – De twee broden immers moesten,
volgens de Talmuds, gebakken zijn met meel dat van Israëlietische grond
voortkwam (D.B. Pentecôte, k. 120-121).
723 Niet vermengd. – Dit ‘niet’, ‘nicht’ staat ook in het Duits, doch is
waarschijnlijk een fout, want ofschoon alle zuurdeeg uit de tempeldienst
geweerd werd, maakten toch op deze regel de Pinksterbroden een
uitzondering; werden dus toch met zuurdesem bereid.
Fascikel 26
2585
|