verrijkten, werden niet door Farizeeën gekweld, ook niet door
Pilatus verdrukt of verontrust; in één woord, zij waren, wat het
tijdelijke betreft, in de allerbeste toestand, maar zij stonden
bestendig bloot aan het gevaar zich met de heidenen te verbinden.
1342.
Vele heidense huizen, tuinen en landerijen lagen in de nabijheid;
de heidense meisjes trouwden gaarne met Joden, omdat dezen hun
vrouwen niet zo slafelijk behandelden gelijk de heidenen, en zo
lokten zij de joodse jongens op alle wijzen met geschenken,
gedienstigheid en verleiding aan. Werden zij ook jodinnen, dan
was dit hun toch meestal geen ernst; het was niet gemeend; zij
beoogden hun persoonlijk, tijdelijk voordeel, en zo sloop de
losbandigheid, of ten minste de lauwheid, zeer gemakkelijk in de
families binnen. Ook onder de laatste huwelijksparen waren
enige heidense dochters.
De Joden waren hier niet zo eenvoudig, gul noch gastvrij als in
Palestina; ze zijn behendiger, sluwer, beter geïnstalleerd en
hebben de geest van het oude Jodendom gedeeltelijk verloren
(letterlijk staat er: niet zo op de stam gegroeid).
Zij waren dus minder aan de oude overleveringen verkleefd; zij
brachten allerlei moeilijkheden tegen het wegtrekken in, maar
Jezus bracht hun onder de ogen, dat ook hun
voorvaderen huizen en landerijen in Egypte hadden,
maar deze toch bereidwillig en gaarne verlieten. Hij
herhaalde met nadruk zijn voorspelling van de
toekomstige ondergang van de Joden in dit land.
De leerlingen en vooral Barnabas gingen hier veel in de omgeving
rond om de mensen voor- en in te lichten en te onderrichten; zij
waren minst verlegen voor Barnabas en ondervroegen hem over
alles726. Nu zie ik hem met een hele troep volk rondom zich.
726 Minder verlegen voor Barnabas. – Barnabas was één van die innemende
mensen, die overal de sympathie van allen winnen.
Fascikel 26
2614
|