background image
Pilatus had de offerpenningen van dit feest geëist, om een
waterleiding te bouwen, die van zeer ver moest komen731.
Men neemt gewoonlijk aan dat de naam Latroen stamt van het Latijnse
woord ‘LATRO’, ‘struikrover’, waarvan ook het Franse woord ‘larron’ (le bon
larron) afkomstig is. De Arabieren maakten er ‘Latroen’ van.
Bij de aankomst van de trappisten zag de heuvel Latroen er uit als volgt (we
korten iets in): “Op de top en de hellingen van de geïsoleerde heuvel,
vanwaar men de zee ziet, liggen tussen hoog gras en distels aanzienlijke
ruïnes …; de meest opvallende daarvan is die van een vesting op de top van
de heuvel. Enige gedeelten van de onderbouw dateren uit het Romeinse
tijdperk.” (Guide bleu, 292).
In het kruisvaarderstijdperk hebben de tempelridders de vesting in de 12e
eeuw herbouwd en er de oude mooie grote steenblokken van het vroeger
bouwwerk in aangewend; zij noemden de burg ‘het kasteel van de goede
moordenaar’.
In vele oorlogen, ook in de laatste tijden speelde de heuvel een belangrijke
rol; hij ligt immers op een strategisch punt, dat de toegang naar het
binnenland en Jeruzalem beheerst.
De weg dringt het gebergte binnen en stijgt op langs een steeds enger
wordende vallei naar het hoogland en de hoofdstad van het land.
Om deze reden was die plaats en menig naburige schuilhoek geschikt om
voor struikrovers tot hinderlaag te dienen.
Latroen betekende voor reizigers een gevaarlijke passage, zoals Adoemmim
er één was ten oosten van Jeruzalem, tussen deze stad en Jericho (cfr.
Guérin, Jud. I, 59).
Door ernstige auteurs wordt de traditie dat de rouwmoedige moordenaar hier
geboren zou zijn en gewoond zou hebben in twijfel getrokken (cfr. Guérin,
Jud. I, 309-312, ook door Quaresmius).
Misschien geeft K. hier nogmaals de juiste toedracht weer: de rover was een
Egyptenaar, geboren in Egypte of een aangrenzend woestijngewest, maar
hier heeft hij roverij gepleegd en werd op dit kasteel verrast en gevangen
genomen.
731 Waterleiding moest van ver komen. – Voldoende water was altijd een
voorname bekommernis geweest voor de stadsoverheid van Jeruzalem.
Pilatus vatte het plan op de oude waterleiding, welke water aanvoerde uit
Etam, een uur ten zuiden van Bethlehem, te verrijken met het gezonde,
overvloedige water uit de bron Ain Aroeb, 11 km ten Z. van Etam.
Om het vereiste niveau te behouden, moest de leiding talloze bochten om de
heuvelhellingen maken en verkreeg hierdoor een lengte van 10 uren.
Fascikel 26
2620