Ik weet nu niet waarom Jezus hen op een enigszins nieuwe
wijze genas, en waarom hij ook de rabbijnen liet meebidden.
Misschien was het omdat het strenge sabbatjoden waren, of
omdat Hij hun de kracht van het gebed wilde leren kennen.
Reeds verscheidene malen heb ik bemerkt dat Jezus op Cyprus te
Chytrus, te Mallep en te Salamis de zieken aldus genas, terwijl de
rabbijnen meebaden en zijn leerlingen de zieken de handen
oplegden. Daar de rabbijnen en leraars goedwillig waren, liet Hij
hen, gelijk leerlingen, aan de genezing deelnemen en verwekte
daardoor het vertrouwen in hen.
Jezus had deze nieuwe genezingswijze hier ook
aangewend om hen op het dienstwerk van zijn
leerlingen voor te bereiden, daar ook vele rabbijnen
onder de 570 Joden waren, die Hij op Cyprus won.
Zo velen zullen Jezus van hier volgen; Hij heeft het nogmaals tot
de leerlingen gezegd.
Jezus keerde met de zijnen en de rabbijnen tot Mozes terug, waar
zij nog een weinig aten, en waar Jezus, op en neer
wandelend, nog een onderrichting gaf.
Doop en lering bij het ouderlijk huis van Mnason.
1358.
31 mei = 15 Siwan; Sabbat. –
Deze morgen om 9 uur kwamen uit Kerynia een vijftigtal Joden,
waaronder de 7 genezen ouderlingen, op de leerplaats bij het huis
van Mozes, om gedoopt te worden. Het nodige water daartoe
werd uit een naburige bron aangebracht, want het huis van Mozes
lag wat hoog en op die plaats zelf was geen bron, maar hij had
hier zijn waterbak. Dit was een enorm bekken, dat, meen ik, van
koper was; het was in de aarde gelaten en met een kleine stenen
gracht omringd. Deze gracht had op zijn beurt een afloop in een
stenen trog. In dit bekken stond zeer zuiver water. In de gracht
Fascikel 26
2652
|