naar Palestina volgden, zouden zij meegaan en
daar een onderkomen vinden. Hij wees hun op het
voorbeeld der vele heilige vrouwen, op de waarde van
de tijd en de betekenis van het leven, zeggende dat
het nu niet de dagen van het gemakkelijk en rustig
leven waren, maar dat het er nu om te doen was het
naderende Rijk tegemoet te trekken, de Bruidegom te
erkennen en te ontvangen; dit was de grote zaak
waar het in dit leven op aankwam.
Hij vertelde ook nog de parabelen van de verloren
drachme en van de 5 wijze en de 5 dwaze maagden.
1361.
Andere, jonge vrouwen beklaagden zich bij hen over hun mannen;
zij verzochten Hem hen te willen vermanen om niet tot de
heidense dochters te naderen, aangezien Hij zo streng over de
vermaning van Osee tegen de zondige omgang met de heidenen
geleerd had. Ach! wilde Hij hun mannen toch vernamen!
Enige beklaagden zich met reden, doch de meeste slechts uit
minnenijd. Jezus kalmeerde hen en ondervroeg hen
over hun eigen gedrag jegens hun mannen. Hij
vermaande ze tot zachtmoedigheid, ordelijkheid,
inschikkelijkheid, ootmoed, geduld,
gehoorzaamheid, vriendelijkheid en vlijt.
Hij waarschuwde ze tegen beschuldigingen,
praatzucht, gemor en plagerij. Hij sprak wel 2 uren
over dit onderwerp.
Hierna had een algemene maaltijd plaats voor de dopelingen en
anderen, die allen er iets toe hadden bijgedragen. De vrouwelijke
familieleden van dit gezin waren in het huis van de vrouw, wier
kind gestorven was; het was gesloten en binnen brandden er
lampen (waarschijnlijk de sabbatlampen). Zij waren evenmin in
de tuin met de voormelde vrouwen geweest. Jezus en de
Fascikel 26
2655
|