De landvoogd, uit Rome teruggekeerd, laat Jezus groeten.
Hij verlangt vurig Hem te Salamis nogmaals te zien en gedoopt te
worden.
Genezing van een blind kind.
1364.
Ook hier hield Jezus een afscheidsrede, gelijk te
Mallep. Hij bezocht daarna enige hutten en genas
verscheidene zieken, die Hem om genezing gebeden
hadden. Reeds op weg zijnde om naar Mallep terug te keren,
werd Hij door een landbouwer verzocht zich de moeite niet te
ontzien om naar zijn huis te komen om zich over zijn blind
zoontje te erbarmen. In dit huis woonden 3 families, alles
tezamen 12 personen: de grootouders en 2 gehuwde zonen met
hun kinderen. De gesluierde moeder bracht tot Jezus het blinde
knaapje dat op haar arm lag en dat reeds kon lopen en spreken.
Jezus nam het kind op zijn armen, maakte de
vingeren van zijn rechterhand met speeksel nat en
bestreek met dit speeksel de ogen van het kind,
zegende het, zette het neer en hield het iets voor de
ogen. Het kind wilde dit met de hand haastig vatten en allen
barstten los in vreugdekreten. Het kind liep naar zijn moeder,
want aan haar stem herkende het haar en zij omhelsde het.
Daarna liep het tot de vader, en zo van de ene arm in de andere en
zij leidden het tot Jezus en dankten Hem onder tranen en op hun
knieƫn.
Jezus drukte het kind aan zijn borst en gaf het de
ouders terug met de vermaning, dat zij het tot het
ware licht zouden leiden, opdat het niet met ziende
ogen in een dieper duisternis zou vallen, dan die
waarin het geweest was. Hij zegende ook de andere
Fascikel 26
2660
|