kwamen ook Barnabas en Mnason van Chytrus en Kerynia terug
en met Mnason een van zijn broers, die eveneens de Heer naar
Palestina wilde volgen. Na een afscheidsmaal gaf Jezus
nog een onderrichting en troostte en zegende allen.
Jezus gaat naar Kition om in te schepen voor
Palestina.
1369.
Nu begaven zij zich naar een naburige plaats, waar de Romeinse
landvoogd enige van zijn dienaren met een menigte grote
gezadelde ezels had gezonden en waar zij allen één daarvan
bestegen. (Ezels: cfr. fasc. 25, nr. 1279, voetnoot 693).
Ik zag Jezus zijdelings of overdwars gezeten op een zadel dat een
leuning had. Ook de landvoogd reed mee; zij reden onder de
bogen van de waterleiding door, achter Salamis over de rivier
Pedion. Vervolgens sloegen zij een korter binnenweg in.
De eigenlijke grote weg loopt met een boog dichter bij de oever.
(Dit is het geval rondom het gehele eiland). Ik zag de landvoogd
gedurende heel die schone nacht aan Jezus’ zijde rijden.
(Mooie nachten, zie fasc. 24, nr. 1241, voetnoot 674; een paar
dagen geleden was het volle maan).
-
Voorop reed een troep van 12 man;
-
dan volgde een troep van 9 man, waarbij Jezus met de
landvoogd een weinig afgezonderd meereed, en
-
een derde troep van 12 man sloot de stoet.
Ik herinner me dat ik Jezus slechts bij deze gelegenheid en op
Palmenzondag heb zien rijden.
Toen de dageraad aanbrak en zij nog ongeveer 3 uren van de zee
verwijderd waren, scheidde de landvoogd met enige
medereizigers van Jezus om geen opzien te baren. Jezus reikte
hem de hand en zegende hem.
Fascikel 26
2668
|