background image
en in het zuiden op de mooie groene vlakte en op de Karmel; ze
bestaat slechts uit een herberg en een straat die over de hoogte
loopt. Aan deze weg bij een mooie bron, waartoe men met vele
trappen afdaalt, kwam een feeststoet van burgers met vele
kinderen Jezus uit de stad tegemoet. Zij droegen palmtakken,
waaraan nog dadels hingen, en zij begroetten Hem met een lied
waarvan ik de inhoud geheel verstaan heb, maar weer vergeten
ben. Er kwam iets van de onschuld in voor. (Het kan dus psalm
24 geweest zijn).
Psalmen 24
Intocht met de Koning der ere
1. Van David. Een psalm. Des HEREN is de aarde en haar volheid, de wereld en die daarop
wonen.
2. Want Hij heeft haar op de zeeën gegrond en op de stromen gevestigd.
3. Wie mag de berg des HEREN beklimmen, wie mag staan in zijn heilige stede?
4. Die rein is van handen en zuiver van hart, die zijn ziel niet op valsheid richt, noch bedrieglijk
zweert.
5. Die zal van de HERE een zegen wegdragen en gerechtigheid van de God zijns heils.
6. Dat is het geslacht van wie naar Hem vragen; die uw aanschijn zoeken; dat is Jakob. sela
7. Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft u, gij aloude ingangen, opdat de Koning der
ere inga.
8. Wie is toch de Koning der ere? De HERE, sterk en geweldig, de HERE, geweldig in de strijd.
9. Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft ze, gij aloude ingangen, opdat de Koning der
ere inga.
10. Wie is Hij toch, de Koning der ere? De HERE der heerscharen, Hij is de Koning der ere. sela
Uit: NBG-vertaling 1951
***
De huisvader Simeon, uit de waterstad Libnat, die het jaar te
voren aldaar gedoopt was, nam met geheel zijn familie deel aan
de stoet. Hij is sedertdien naar Misal getrokken, want zijn
kinderen lieten Hem niet met rust, eer hij zich weer gans met de
Joden verenigd zou hebben. (Zie fasc. 14, nr. 469, voetnoot 220,
enz. waar men ook een kaartje vindt).
Fascikel 26
2684