1389. 14 juni; Sabbat. – Het was heden onbeschrijfelijk schoon weer in Naïm. Ik zag Jezus ‘s morgens met de leerlingen om de stad gaan wandelen, terwijl Hij hen onderrichtte. Hier zijn vele mooie wandelpaden en lustplaatsen met terrassen, waar de mensen op hun sabbatwandeling in de schaduw komen wandelen. Op de velden is het hier nu de zaaitijd758. De baan die van Samaria komt, loopt door Naïm en over de Kison naar de grote baan (cfr. fasc. 15, nr. 559, voetnoot 267). Alle leerlingen die hier bij Jezus zijn, moeten wel reeds goed in zijn geheimen ingewijd zijn, want Hij onderrichtte hen zeer ernstig en intiem over de toekomst. Hij vermaande hen om getrouw en standvastig te blijven, daar grote smarten en folteringen Hem te wachten stonden; zij mochten dan geen aanstoot aan Hem nemen; Hij zou hen niet verlaten, en ook zij mochten Hem niet verlaten, maar men zou Hem zo mishandelen, dat hun geloof zwaar op de proef gesteld zou worden. Zij weenden van ontroering. Nu traden zij in een prachtige lusthof van de weduwe Maroni; er waren mooie, aangename plaatsen en hij stond vol vruchtbomen en men zag er ook loofhutten. Ook had zij daar een private badplaats, die haar water, naar ik meen, uit de Kison ontving (maar dan van een bovenloop, die langs Naïm loopt), want de tuin lag naar de Kison toe en had uitzicht naar de Tabor. Naïm ligt ook op een heuvel. 758 Uit de voetnoot 756 van nr. 1385 kan men besluiten dat dit verhaal gedaan werd (een tweede maal) op 6 december. De zaaitijd was dus in elk geval nog niet gesloten. Het vroeger of later zaaien hing van de weersomstandigheden en het persoonlijk goedvinden af. Fascikel 26 2714