Naïm gaan werken. Hier is ook Saül geweest op zijn omdwaling door het land, eer hij bij de toverheks van Endor belandde. (Endor ligt 2 km ten noordwesten van hier). Jezus ging van hier (door de vallei el-Bireh) naar de oostkant van de Tabor opwaarts en de levieten vergezelden Hem nog een eindweegs; zij hadden in Rimmon de tienden ingezameld. Jezus ging tweemaal over een water en kwam na een tocht van ongeveer 3 uren in een vervallen stad, met name Bet-Lehem761, ten oosten van de stad Dabrat; ze bestond uit slechts een rij woningen van arme landbouwers. Niet ver van daar ligt het veld, waar Jezus op 29 augustus van het vorige jaar een geschil heeft beslecht (fasc. 16, nr. 639; dit geschiedde op of bij het oogstveld van Dotaïn, 12 km ten noordwesten van hier). 1394. Jezus was hier nog nooit geweest. Hij ging in de woning van verscheidene van deze mensen, genas er enige en troostte en onderrichtte hen. Na de terugkeer van de levieten van Rimmon ging Jezus nog 4 uren verder, kwam door het dal waarin de baden van Betulië liggen en bereikte met het vallen van de avond Azanot (fasc. 16, nr. 625). Azanot is de stad, waar de H. Vrouwen en Magdalena zich op 31 december van het vorige jaar ophielden, toen deze laatste bekeerd en van 7 duivelen verlost werd door de boetprediking die Jezus in de nabijheid hield (fasc. 21, blz. 365). 761 Bet-Lehem = Helef = Bet-Helef? = Madher. – In die omgeving ten oosten van de Tabor, is geen Bet-Lehem bekend. We vermoeden daarom dat K. wel het Helef (eventueel Bet-Helef) zou kunnen bedoelen, dat in Jos. 19, 32 genoemd is als grensstad van de stam Neftali. Bij benadering kunnen wij dit pseudo-Betlehem lokaliseren te Madher, 7 km ten oosten van de Tabor. Fascikel 26 2721