background image
Lazarus is een opgeschoten, zachtaardig en ernstig man, bedaard,
vol zelfbeheersing, in alles matig, met iets statigs in zijn
handelwijze, zelfs in zijn vertrouwelijke omgang met anderen.
Hij is blond van haar en gelijkt een weinig op de H. Jozef, Jezus’
voedstervader, die eveneens blond haar had. Alleen ziet Lazarus
er in zijn gelaat beslister en strenger uit dan de H. Jozef, die in
heel zijn voorkomen getuigde van een buitengewone
goedaardigheid, zachtmoedigheid, dienstwilligheid en
inschikkelijkheid; zij aten samen en bleven hier overnachten.
Jezus op het landgoed van Serobabel en in het
huis van zijn Moeder.
1397.
17 juni. –
Jezus ging ‘s morgens met Lazarus en de leerlingen, met de
bestuurder van de herberg en diens zoon, die nu ook tot de
leerlingen zal toetreden van Damna 2 kleine uren oostwaarts
(noordoostwaarts) naar het dorp van de hoofdman van
Kafarnaüm, Serobabel, waar de twee melaatse mannen en de twee
later genezen schriftgeleerden tot Hem gekomen waren (fasc. 16,
nr. 625 en fasc. 20, nrs. 886-887).
Het ligt aan de zuidzijde van die rotsachtige heuvel (Oreimeh),
die het dal van Kafarnaüm (Tabiga) ten zuiden afsluit, en op die
heuvel (maar ook meer noordelijk hogerop, nl. te el-Koer en te
Koreibeh) liggen de tuinen en wijngaarden van de hoofdman.
Deze heuvel eindigt zeer rotsachtig tegen het Meer van Galilea
(en sprong zelfs er in vooruit, maar nu niet meer, daar hij voor een
weg langs de oever plaats heeft moeten maken).
Het (uitgestrekte) dorp ligt (met zijn noordelijk gedeelte) nog wel
een half uur (wat zeker een fel overdreven afstand is) van het
Meer verwijderd. Zuidwaarts (van Serobabels landgoed) is bij dit
Fascikel 26
2725