background image
hier geen apostel gezien, ook geen hunner vrouwen, noch van
Petrus en Andreas, noch van Matteüs.
Hierna zag ik Jezus en Maria alleen tezamen eten; tussen hen
stond een klein, laag tafeltje; Jezus lag aan de ene zijde aan, en
tegenover Hem ZAT Maria. Op de tafel stonden honing, een vis,
brood, koeken en twee kleine kruiken. De andere vrouwen waren
gedeeltelijk met tweeën en drieën in de kleine provisoire
kamertjes, gedeeltelijk maakten zij in een zaal daarnaast de
maaltijd klaar voor de leerlingen, onder wie vele verwanten
waren.
Jezus vertelde tegen zijn Moeder over Cyprus en over
de zielen, die Hij daar gewonnen had. Haar vreugde
was stil en bedaard en zij stelde slechts zelden een vraag.
Zij zei Hem daarna op haar beurt het een en ander van wat zij
gedurende zijn afwezigheid meegemaakt had, en zij wees Hem uit
moederlijke bezorgdheid op het gevaar dat Hem bedreigde.
Jezus keurde haar vrees af en zei dat zij de inzichten
en beschikkingen van God in volkomen overgave
moest aanbidden, want dat Hij zijn zending moest
vervullen tot de tijd van zijn opneming tot de Vader.
Beurtelings werden enige vrouwen tot dit gesprek
geroepen. Terwijl Jezus dan leerde of vertelde, waren
zij naast Maria gezeten.
Fascikel 26
2730