zijn en die allemaal dezelfde kenmerken vertonen. Dit soort rots is in de
schoot der aarde zacht en snijdbaar, maar aan lucht en regen blootgesteld,
wordt ze van buiten zeer hard, grijs en grauw en verbouwbaar, terwijl het
binnenste der grote steenblokken zeer wit en zacht blijft.
Al deze grotten schijnen tot verblijfplaats gediend te hebben aan de oude
hoogstaltige mensen, die in de H. Schrift ‘Enakim’, d.i. ‘reuzen’ genoemd
worden (cfr. Jos. 11, 22).
Guérin geeft keer op keer de beschrijving van zulke grotten, die door
geoefende mannen in de rots uitgehold schijnen. Het zijn geen
enkelvoudige grotten, maar complexen van onderaardse en onderling
verbonden ruime zalen, samenhangend door passages die soms enge
gangen zijn, of ook door trappen die leiden naar zalen op een hoger niveau.
In zijn geheel is zo’n complex soms een echt labyrint. Iedere zaal heeft op
zichzelf min of meer de vorm van een omgekeerde trechter die boven
enigszins ogivaal (= spitsboogvormig) of rondvormig uitloopt; ze is ruim,
hoog en beneden rond. Op de bodem hebben zulke zalen een diameter van
7 m tot 20 m, ja, tot 30 m, opwaarts een hoogte van 9 m tot 12 m.
Door een wijde opening boven, rond of vierkant, werpt het licht een zachte
en aangename klaarte in de grot. Dikke, vierkante pijlers van natuurlijke
rots, die men heeft laten staan, schragen de gewelven.
Enkele zulke complexen van grotten zijn de volgende:
-
Te Beit Djibrin zelf vinden wij in de noordwesthoek van het dorp mooie
oude kelders onder een burg die met sommige delen teruggaat tot het
Romeinse tijdperk en Christus’ tijd.
Belangrijker echter zijn de volgende grotten in een betrekkelijk kleine
omkring rond Eleuteropolis.
-
Één km ten noordoosten van de stad vinden wij er twee groepen.
Door een kolossale poort treedt men in heerlijke ondergrondse zalen, die
op mekaar volgen en zich steeds verder uitstrekken.
Samen bevatten ze 30 majestueuze zalen die de boven beschreven
vorm en bijzonderheden vertonen, ook de kenmerken van een hoge
oudheid.
Ze heten Arak el-Mowijeh. De naam ‘Arak’ is een algemene naam voor
talrijke rotsheuvels in dit gewest en ook elders, waarin zulke grotten
uitgehold zijn. Door een toegevoegde eigennaam wordt het woord ‘Arak’
nader bepaald, b.v. Arak el-Mensjijeh.
-
Vijf minuten ten westen van Eleuteropolis bestaat een complex van drie
ruime spelonken.
-
Even verder naar het noordwesten te el-Qatt, vindt men er een viertal.
-
In de heuvel Arak Hala zijn talrijke ruime spelonken die een bijzondere
vermelding verdienen. Op de heuvel heeft een stad gelegen.
Fascikel 26
2762
|