background image
Onderricht over het gebed. – Het Onze Vader.
1430.
29 juni. –
Met enige leerlingen, meestendeels van de jongste, die Hem pas
sedert kort volgden en nog onvoldoende onderricht waren, verliet
Jezus in de zeer vroege morgen het huis van zijn Moeder.
Zij kruisten de baan van Kafarnaüm naar Betsaïda en traden
noordwaarts in de daar gelegen woestijn. Zij richtten zich naar
die leerberg, waar Jezus verleden jaar op 15 december de
leerlingen op missie uitgezonden had (berg der eerste uitzending,
3,5 km ten zuidoosten van Safed, cfr. fasc. 21, nr. 954). De
afstand van Kafarnaüm naar die berg is ongeveer 3 uren gaans.
Op de weg daarheen liggen heuvelen en woestijnen, en in de
richting van de Jordaan naar deze stroom toe ziet men weiden,
waar gewoonlijk de kamelen en ezels van de karavanen grazen.
Onderweg ontmoette Jezus Mnason en enige andere leerlingen,
die zich hier in het gewest verborgen gehouden hadden met de
Farizeeër, dien Jezus vrijdagavond laatst bekeerd had. Hij was
afkomstig van Taänak en reeds daar was hij door de genezing van
de Farizeeër bewogen geworden (nr. 1424). Ook had hij de
laatste lering op de berg boven Gabara gehoord en was er door
getroffen en overtuigd geworden (nr. 1422; maar bedoeld zal
meteen ook zijn de toespraak op de tussenheuvel, eer zij op de
berg bij Gabara gekomen waren, nr. 1420). Als ik het goed
onthouden heb, is ook de jonge man, die verlangde dat Jezus
tussenbeide zou komen om het erfenisgeschil met zijn broer te
beslechten, op deze weg eveneens tot Jezus gekomen, doch dit
weet ik niet meer zeker.
(Hier is in de Duitse uitgave verwezen naar Lk. 12, 13‐14, doch dit zal 
een vergissing zijn, daar hier niet het geval uit nr. 1201, maar uit nr. 
1159 bedoeld is).  
Rond de berg der uitzending liggen verscheidene kleine steden.
Op die berg is een goed ingerichte leerplaats, waarboven een dak
Fascikel 26
2788