background image
Over de inhoud en volgorde in de H. Evangeliën.
1431.
De onderrichtingen die Jezus zo dikwijls in bijna gelijke
bewoordingen herhaalde, zijn in de Evangeliën als samengeperst;
en een feit dat voorviel, wanneer Hij deze of die lering voor de
eerste maal voorhield, wordt menigmaal verbonden met een latere
omstandigheid (of gebeurtenis), waarin (of waarbij) Hij dezelfde
lering herhaalde, zonder dat de eerste lering vermeld wordt.
Dikwijls ook zijn sommige onderrichtingen, die door Jezus op
verschillende plaatsen gehouden werden, in de Evangeliën
samengevoegd, als waren ze bij dezelfde gelegenheid
uitgesproken, b.v. de strafredenen tegen de Farizeeën, en ook
woordentwisten die bij twee, kort op elkaar volgende, maaltijden
hadden plaats gehad769. (Men zou hier ook de hoofdstukken Joa.
14 en 15 als voorbeeld kunnen noemen). Gelijk de Farizeeën bij
zulke gelegenheden steeds met dezelfde bezwaren voor de dag
kwamen, zo herhaalde Jezus hun ook telkens nagenoeg dezelfde
afstraffende weerlegging, want gelijk ook nu nog de kerk ons in
de Catechismus steeds hetzelfde voorhoudt, zo kleedde Jezus zijn
gedachten meest met dezelfde woorden in. Naar aanleiding van
analoge, zich herhalende omstandigheden herhaalde Hij ook
769 Deze nota slaat op de woorden die in het voorgaande nummer in
hoofdletter staan.
Jezus wilde dat zijn leerlingen identiek hetzelfde leerden wat Hij geleerd had
en zelfs bijna in gelijke bewoording. Hieraan zullen zij na Jezus’ dood
getrouw gebleven zijn en misschien zullen zij wel dezelfde methode gevolgd
hebben in wat zij over Jezus te leren hadden.
Zouden wij hierin misschien niet de voornaamste reden moeten zoeken van
de treffende overeenkomst der eerste drie Evangeliën, die men synoptici
noemt, die niet alleen meestal dezelfde gebeurtenissen verhalen, maar deze
ook grotendeels in dezelfde bewoordingen weergeven.
Misschien geeft K. ons hier een sleutel ter oplossing van het vraagstuk van
die treffende overeenkomst, waarop de exegeten van alle eeuwen hebben
gezweet.
Fascikel 26
2790