In zijn lezing en lering handelde Hij over de rosse koe; met haar as wordt het reinigingswater ter besprenkeling bereid. Verder leerde Hij over Aärons en Mirjams dood en over de koperen slang, die, naar Jezus’ verklaring, een voorafbeelding was van de Messias (cfr. Joa. 3, 14). Hij handelde ook over de belofte van Jefte (Num. 19, 1 tot 22, 2 en Recht. 11, 1-34), en over de ondergang van Kore, Datan en Abiram. Er wonen afstammelingen van hun voorvaderen in dit gewest. Mozes heeft hier eens een grote veldslag geleverd; Josuë heeft Edreï aan de halve stam Manasse gegeven (Num. 21, 33-35; Deut. 3, 1, etc.; Jos. 13, 31). 1438. 6 juli. – Jezus ging van Edreï nog verder in oostelijke richting op Bosra774 toe. Petrus, Jakobus en Joannes waren steeds hij Hem en Hij hield onderweg in het open landschap (op een leerheuvel) een toespraak voor veel volk. Hij sprak voornamelijk (zoals gisteren te Edreï) over de ondergang van Kore, Datan en Abiram, want hieromtrent woonden veel nakomelingen van Kehat (Num. 16, 1). 774 Bosra. – Het ligt 8 uren ten oostzuidoosten van Deraä of Edraï. Op onze grote kaart 1 moet men het zoeken op het stuk kaart, boven, links. Het is een toevluchts- en tevens levietenstad (Jos. 21, 27; I Kron. 6, 56 (71); D.B. Bosra 2. In Jezus’ tijd een vermaarde Grieks-Romeinse stad, deel uitmakend van het stedenverbond van de Dekapolis. Het dorp Bosra bedekt maar een klein deel van de oude stad, ligt in een uitgestrekte vlakte. De grond rondom is zeer vruchtbaar, heeft overvloed van water; er zijn meerdere bronnen. Fascikel 26 2806