Jakob bij zijn terugkeer (uit Mesopotamië) naar het Beloofde Land, toen Laban hem nazat, het eerst gelegerd (Gen. 31, 25)777. Hier begint het gebergte Gilad778. Hier wonen heidenen die van Eliëzer, de knecht van Abraham, afstammen. Deze was het die voor Abrahams zoon Isaäk in Mesopotamië een vrouw ging halen en Rebekka meebracht. Onder hen waren ook vele nakomelingen van degenen die Melchisedek uit de slavernij van Semiramis verlost en hier op de grenzen gevestigd had. Zij hebben zich later met de nakomelingen van Eliëzer vermengd. 777 Het vrededal waar Jakob zich met zijn schoonvader Laban verzoende, schijnt te moeten worden aangewezen 3 km ten noordnoordwesten van Salka, in een rivierdal dat westwaarts in de richting van de Jordaan afdaalt. Ijjoen. – Het begint bij een dorp of plaats met name Ijjoen. Ze heeft haar naam te danken aan verschillende bronnen (D.B. Palest. c. 2003). Dit zijn naar alle waarschijnlijkheid de drie bronnen door K. vermeld. Ajin. – Een half uur ten noordwesten van Ijjoen vindt men nog een dorp met name Ajin, wat eveneens wijst op de aanwezigheid van een of meer bronnen. Men vindt ook in de buurt van die bronnen de lange smalle heuvel waarvan K. spreekt. In de nabijheid van de twee genoemde plaatsen beginnen valleien die in westelijke richting afdalen en met één van deze moeten wij het vrededal van Jakob vereenzelvigen. 778 Wat het gezegde betreft, dat dáár het gebergte Gilad begint, een groot aantal exegeten is van mening dat de naam Gilad in de H. Schrift enige malen geheel het Oostjordaanland aanduidt tot Selka of Salka toe. Dit kan ook best het geval zijn waar ze zegt dat Laban zich bij zijn schoonzoon Jakob voegde in het gebergte Gilad (Gen. 31, 25). Behalve in deze uitzonderlijke gevallen verstaat men onder het gebergte Gilad de bergketen ten oosten van de Jordaan over een breedte van slechts enkele uren. Heeft Laban zijn schoonzoon Jakob werkelijk bij Salka ingehaald, dan is het gezegde van K. juist en in overeenstemming met de H. Schrift. Fascikel 26 2812