leerlingen die hier geweest waren, niet hadden
kunnen genezen. De zorg voor de zieken en armen liet hier
veel te wensen over; de leerlingen waren reeds begonnen met de
invoering van een geregelde ziekenverpleging en Jezus bracht
ze bij deze gelegenheid geheel tot stand.
Ook hier werden heden door de leerlingen vele
mensen gedoopt, na door Jezus voorbereid te zijn. Hij
leerde over de ster uit Jakob, over de profetie van
Mikeas betreffende Bethlehem, over de stoet van de H.
Driekoningen en Hij paste alles duidelijk op zichzelf
toe en liet verstaan dat Hijzelf in dit alles bedoeld
was.
De mensen en rabbijnen waren hier zeer godvruchtig; ja, hier en
in andere steden van het gewest bestond zelfs de gewoonte in de
Davidsstraat onder vasten en gebed processies te houden om de
Messias af te smeken, want op grond van oude overleveringen
hadden zij de hoop dat zij daar visioenen of verschijningen van de
Messias zouden bekomen of dat Hij althans hen van daar zou
bezoeken.
Onder de leerrede van Jezus zegden zij herhaaldelijk: “Hij spreekt
als was Hij het zelf, naar dit kan toch niet zijn!” Dan meenden zij
dat de Messias wellicht ergens als een engel onzichtbaar in Israël
aangekomen was en dat Jezus waarschijnlijk zijn aanmelder en
voorloper was; zij veronderstelden dat Hij misschien iemand was
als Melchisedek, van wie zij wisten, of als Malakias. Jezus zei
hun dat zij misschien de Messias zouden herkennen,
wanneer het te laat was. Ik heb gezien dat velen van hier,
vóór en na de kruisiging, tot de Gemeente gekomen zijn.
Fascikel 26
2822
|