Openbaar Leven van Jezus
Hoofdstuk XIX –
Verblijf in Zuid-Palestina. Het meest ophefmakend
wonder van Jezus
(van 29 juli tot 11 oktober 1820).
Jezus te Betabara. – Zegent er kinderen
(Mt. 19, 1-30).
1448.
24 juli = 1 Ab; Nieuwe Maan. –
Inleidingsnota ‐ Bemerking voorop.
Aan het einde van nr. 26 van Emmanuel hebben wij Jezus verlaten te
Datema. De mededelingen in nr. 1447 aldaar waren de laatste die
Katarina heeft gedaan. Nog slechts 36 dagen scheidden haar van haar
dood.
Het vervolg van Jezus’ leven was reeds verteld; zij was er mee begonnen
op 29 juli 1820, de 6e van de maand Ab, die een sabbat was. Wij hebben
berekend dat, indien K. nog 5 dagen langer haar visioenen had kunnen
verhalen, haar verhaal van Jezus’ leven volledig zou geweest zijn.
Het ligt voor de hand dat Jezus in deze 5 dagen van Datema over Tantia
zuidwaarts afgezakt is, de oostkant van Perea doorreisd heeft en zich
opgehouden heeft in het gewest ten oosten en zuidoosten van
Betabara, waar Hij prekend, genezend en kinderen zegenend doortrok.
Deze mening wordt bevestigd door dit woord van K. in fasc. 6, nr. 145:
“De H. Driekoningen trokken alle kleine plaatsen voorbij waar Jezus in
de laatste dagen van juli van zijn derde jaar openbaar leven genezen,
gepredikt en kinderen gezegend heeft, zoals ook te Betabara.”
Juist te Betabara zullen wij Jezus aanstonds zien op 29 juli.
Hier is weer bedoeld het Betabara uit Joa. 1, 28, in de buurt waarvan
Joannes doopte.
Fascikel 27
2829
|