gedoopt werd (fasc. 10, nr. 289); ze ligt in de nabijheid van een
andere plaats die op de oever zelf van de Jordaan ligt en een naam
draagt als Betanië (Joa. 1, 28)785.
Te Betabara waren ontelbare mensen verzameld, zieken en
gezonden en voornamelijk vrienden van Jezus.
Daar bevonden zich ook 10 vrouwen, vooreerst de 5 die
gewoonlijk volgden, namelijk
-
Marta,
-
Magdalena,
-
de dienstmeid Marcella,
-
Maria Salome en
-
Maria van Kleofas (cfr. Lk. 8, 2-3).
Onder de 5 andere herkende ik
-
met vreugde de vrouw van Jeruzalem, die men gewoonlijk
Veronika noemt, want ik kan ze niet zien, zonder dat ik me tot
haar aangetrokken voel; ze is zo groot, zo schoon en zo sterk
als Judit.
-
Onder hen zag ik ook Maria, de moeder van Joannes Markus,
in wier huis te Jeruzalem Jezus dikwijls te gast is.
-
(De overige 3 zullen waarschijnlijk geweest zijn: Joanna
Chusa, Suzanna en Salome van Jeruzalem).
De laatste 5 vrouwen hingen Jezus meer in het geheim aan, gelijk
Nikodemus; zij waren niet zo openbaar bij Hem gelijk de andere,
die op alle straten in de weer waren en zulke medewerking
verleenden, die bij vrouwen thuishoorde. Die andere hielden zich
meer bezig met de zorg voor het nodige voor Jezus en de
leerlingen in de herbergen en zij traden minder in het openbaar te
785 Dit Betanië, een onooglijk gehucht op de oever zelf, is te onderscheiden
van Betabara, dat verder van de oever afligt, maar om de doopplaats van
Jezus te lokaliseren, kan men even goed zeggen dat Hij gedoopt is bij
Betabara als bij Betanië. Vandaar de dubbele lezing bij Joa. 1, 28, waar
sommige handschriften Betabara, andere Betanië hebben.
Fascikel 27
2831
|