vrouwen en kinderen onvriendelijk wegsturen, om te beletten dat
zij Jezus, die zo vermoeid was – Hij had er immers reeds zo vele
gezegend – het te lastig zouden maken. Maar Jezus
weerhield zijn leerlingen en nu bewerkten zij orde en
regelmatigheid in het gedrang.
Aan de ene kant van de straat stonden 5 lange rijen kinderen van
verschillende leeftijd en geslacht achter elkander, doch de jongens
van de meisjes gescheiden; de meisjes waren het talrijkst.
De moeders met hun zuigelingen op de arm stonden achter de
achterste of vijfde rij. Aan de overkant van de straat stonden vele
andere mensen, die beurtelings onder gedrang de eerste plaatsen
in de voorste rij innamen.
De Heer ging de eerste rij der kinderen af, sprak hen
toe, legde zijn hand op hun hoofd en zegende ze. Bij
enige legde Hij zijn ene hand op hun hoofd en zijn
andere op hun borst. Enige drukte Hij aan zijn Hart.
Menig kind stelde Hij tot toonbeeld voor aan de
anderen. Hij onderrichtte, vermaande, bemoedigde
en zegende hen. Aan het einde van de rij gekomen, ging Hij
over tot de volwassenen aan de andere kant van de straat en ging
in tegenovergestelde richting opwaarts.
Hij onderrichtte de lieden en vermaande hen te zijn
als de kinderen, waarvan Hij hun enkele tot
voorbeeld stelde, indien zij ten minste deel wilden
hebben aan het Rijk van God dat Hij was komen
verkondigen.
1451.
Hierna ging Hij de tweede rij van de kinderen langs
en kwam vervolgens opnieuw tot de volwassenen, de
straat weer opgaand, waar anderen nu de voorste
hadden ingenomen.
Fascikel 27
2835
|