De rivier kwam op hen aanstromen. Ik had de gewaarwording dat
de stad waartoe zij naderden, bewoond was door boze heidenen,
waartussen ook enige Joden gevestigd waren.
Eerst kwamen zij in een dorp, waar een groot gebouw stond met
een plat dak, in synagoge-stijl, en daarnaast stonden enige huizen
en stallen. Hier vertoefden 4 apostelen en verscheidene leerlingen
die op hen wachtten en nog vele andere mensen, die hen naar hier
gevolgd waren. Ik zag hen vreugdig de naderende Heer tegemoet
gaan. Nu zijn hier 9 apostelen bijeen; zij vertellen alles wat zij in
de naam van Jezus gedaan hebben.
(De onderstreepte woorden zijn een uitdrukking die men vaak
in de H. Schrift tegenkomt, Hand. 3, 6; 4, 7. 10. 18. 30).
Een uur van dit dorp ligt een tamelijk grote stad, waarin de Heer
niet binnengaat; de inwoners zijn boos; zij loeren rond en die
toeloop van mensen in het kleine Jodendorp is hun een raadsel.
Enige apostelen knopen niettemin een gesprek aan met de
inwoners van die stad bij de grote brug vóór de stad. Het is
Madian (zie fasc. 6, nr. 142, voetnoot 321 en nr. 143).
Ze is bewoond door Madianieten. Mozes heeft bij Midianieten,
(niet hier, maar veel meer zuidelijk bij de Akabische Golf) de
kudden gehoed en zijn eerste vrouw was de dochter van een
priester uit dat volk (Ex. 2, 15-22).
1 augustus. –
De Heer doet in dit dorp niet bijzonder veel. Hij onderricht
slechts; zij rusten allen van hun vermoeienissen uit, daar zij veel
gearbeid hebben.
1455.
2 augustus. –
Hedenavond verlaten zij het dorp; zij keren terug en richten zich
naar een kleine stad in de streek van de Jordaan (b.v. bij
veronderstelling Betaran-Livias, 10 km ten oosten van Jezus’
Fascikel 27
2841
|