Jezus te Jericho. – Zacheüs op de vijgenboom
(Lukas, 19, 1-10).
1460.
11 augustus. –
Nabij de stad Jericho786, waar tuinen, lustplaatsen en huizen
afwisselend door elkander liggen, kwam de Heer met zijn gevolg
in een dichter gedrang.
786 Jericho = er-Riha. – Over deze beroemde stad dient er zeker een
woordje gezegd te worden, maar zo beknopt als het kan.
Jericho betekent zoveel als ‘stad van de goede geur’. De ‘welriekende’ heeft
deze naam te danken aan de balsemhoven die aan stad en omgeving
bijzonder eigen waren. De oude naam leeft voort in er-Riha.
In vele oude namen is, zoals hier, de beginlettergreep ‘JE’ weggevallen, (zie
VOORREDE, nr. 4).
Het oude Jericho, behorend tot de stam Benjamin, bedekte aanvankelijk een
kleine heuvel van 300 m lang en 250 m breed en van 18 m hoog boven de
omgeving. Hij ligt 1200 m ten oosten van de berg van Jezus’ vasten of
Qarantania.
De oeroude heuvel of primitieve vergane stad is nu met een prachtige laan
in de richting van het zuidoosten verbonden met het huidige er-Richa of
Riha. De afstand is zowat een half uur.
Nu heet de tell of heuvel Tell es-Sultan en hiernaar de bron aan de oostvoet
van de heuvel Aïn es-Sultan, doch ook Elizeüs-bron omdat deze profeet
haar zoutig, bitter water zoet en vruchtbaar gemaakt heeft (II Kon. 2, 19-22).
Haar water vormt een beek, die zuidoostwaarts naar de Nahr el-Qelt vloeit
en met deze verenigd in de Jordaan uitmondt. Ook heden wordt het nog,
zoals oudtijds, aangewend voor de bevloeiing van tuinen en velden.
De geschiedenis van Jericho is een opeenvolging van verval en heropbloei,
van verwoesting en wederopbouw.
De laatste bewoners schijnen de heuvel in het begin van het Makkabees
tijdperk (160 vóór Chr.) definitief verlaten en zich meer zuidelijk in de vlakte
gevestigd te hebben. Dit was het begin van de Grieks-Romeinse stad,
waarvan de kern en voornaamste resten, nl. der latere Herodische
constructies en paleizen teruggevonden werden op 2 heuvelen (12a en 12b)
aan de noordkant van de weg naar Jeruzalem.
Fascikel 27
2849
|