1475.
1 september. –
In de kleine bergstad aangekomen, ging Jezus recht naar de
synagoge en hield er een leerrede. De priesters die er binnen
waren, gingen buiten en riepen er nog andere bij, maar zij
moesten de leerstoel voor Jezus inruimen. Het volk hoorde de
Heer vreugdig aan. Hij vernachtte in een open herberg in de
nabijheid. Ik gis dat ook Jozef en Maria op hun reis naar Zakarias
in die herberg overnacht hebben. Deze stad ligt niet ver van
Joetta, en de school ligt afgezonderd op een heuvel. Hier zijn vele
witte stenen en in de vallei en tussen de rotsheuvelen schone
weigronden (cfr. fasc. 9, nr. 205).
2 september; Sabbat. –
Ik zag de Heer met de leerlingen en enige deugdzame mensen de
sabbat op de heuvel in de school vieren. De Farizeeën vierden
hem in een ander huis. Daar Jezus herhaaldelijk van zijn
nabije einde sprak, drukten de leerlingen de wens uit Hem
naar zijn vaderstad Nazareth te zien gaan, maar Hij achtte het
nuttiger aan de goede mensen van hier zijn tijd te
besteden, liever dan te Nazareth, waar men Hem eens
zo liefdeloos en lasterlijk ontvangen had.
Hij leerde over de grondwaarheid: “Niemand kan 2
heren dienen.”
De Farizeeën spotten met Hem, omdat Hij zei dat Hij niet
meer weerkeren zou, daar Hij dit reeds meer dan
eens gezegd had.
1476.
3 september. –
Jezus zette hier zijn lering nog verder uiteen.
Hij zei heden dat Hij geen vrede, maar het zwaard
Fascikel 27
2879
|