zijn apostelen en leerlingen en enige andere lieden die zich
verzameld hadden, aan de grens van Marta’s tuinen bij een open
loofhut te spreken. Ik zag Marta het woord tot Hem richten en
daarna terugsnellen en aan Magdalena in stilte iets zeggen.
(waarschijnlijk: “De Meester is daar en Hij roept u!”)
***
(Bemerking.
Uit meerdere passages schijnt het dat wij hier door hetgeen K. een
open loofhut noemt, niet een aparte hut of prieel of zelfstandig
afdak moeten verstaan, maar de ontvangstzaal zelf van Lazarus’ huis,
die wel een vestibule gehad zal hebben en die ter gelegenheid van
het Loofhuttenfeest met groene takken en bladeren bekleed was.
We zijn vandaag 15 Tisri, dus feest van Loofhutten. De ontvangstzaal
moest als loofhut dienst doen. Ook nu ontvangt Jezus in deze zaal
het brood en de wijn der verwelkoming, zoals Hij die ook ontving
vroeger, nrs. 252, 257, 530.
In nr. 259 vereenzelvigt K. de loofhut met de voorzaal en in nr. 1485
noemt zij de ontvangstzaal loverzaal of portaal, zuilengang,
‘Laubhalle’. De afstand van deze zaal naar de eigenlijke woning of
zaal aan het einde van het voorhof kan wel aanzienlijk zijn, hoewel
zeker geen 100 stappen. (Zie onze voorstelling of tekening in fasc.
10, nr. 251, voetnoot 69).
Fascikel 27
2890
|