Lazarus’ domein strekte zich uit van de top van de heuvel dj. el‐Azarijeh
tot tegen het oude Betanië en bevatte ook het graf.
(Zie kaart nr. 1481 en een nadere beschrijving van dit domein in fasc. 10,
nr. 251, voetnoot 69); (cfr. Kopp, 353 + nr. 106, 107).
Achter Betanië daalt de bodem vlug naar het oosten en begint
aanstonds de woestijn, die zich uitstrekt tot de voet van het gebergte
nabij Jericho. Uit het oosten gezien heeft het arme, ellendige
Muzelmanse dorp een schilderachtig uitzicht.
Het graf van Lazarus is nog steeds een aantrekkingspunt voor de
pelgrims. Toch wordt de echtheid ervan wel eens in twijfel getrokken,
niet wat de omgeving, maar wat de juiste plek, de bepaalde grot betreft
(Zie D. Rops, Jezus in zijn tijd, blz. 294).
Fascikel 27
2898
|