background image
Jezus en zijn gezelschap overnachtten (tussen 10 en 11 oktober) in
een nabije herberg.
(11 oktober). –
De Farizeeën waren hier slecht en zij eisten dat Jezus hun stad
weer zou verlaten. Bij deze stad loopt een riviertje, waarover ik
een brug zag liggen en dat zich naar de Jordaan richt. De school
ligt hier hoog. (Onmogelijk zelfs maar bij benadering de ligging
van deze stad te bepalen). Jezus verliet met zijn gezelschap de
stad. Hij had er geen genoegen beleefd; zij trokken
noordoostwaarts door de stam Gad en overnachtten (tussen 11 en
12 oktober) in een herdersherberg.
1489.
12 oktober. –
Ik weet reeds waar Jezus naartoe gaat.
Fascikel 27
2905