Jezus in Edon. – Genezing van twee oude
echtgenoten.
1503.
25 oktober. –
Heden ging Jezus met zijn reisgezellen in een gewest van schone
weiden en palmbomen ten oosten van Kedar. Hij wilde naar een
stad gaan, die, naar ik meen, Edon heet.
Hij bezocht onderweg een eenzaam gelegen huis, waarin vader en
moeder sedert lang ongeneesbaar te bed lagen. In het huis waren
verscheidene kinderen, die ik in en uit zag gaan. Jezus bleef bij
deze goede mensen. Zij informeerden bij Hem naar Jezus van
Nazareth, nopens wie zij vele valse geruchten gehoord hadden.
Jezus sprak van Hem en zei dat Hij vervolgd werd,
dat Hij naar het Rijk van zijn Vader zou terugkeren
en aan allen die Hem navolgden, deel aan dat Rijk
zou geven. Dit alles vertelde Hij in een mooie parabel
van een koning en zijn zoon.
Op dit zelfde ogenblik had ik een gezicht van zijn lijden en
hemelvaart en heerschappij over de wereld. Ik zag Hem aan de
rechterhand van zijn almachtige Vader door engelen omgeven
en ik zag meteen het Rijk dat Hij voor zijn volgelingen
bestemde.
Ik kreeg een voorstelling van zijn Rijk en van gans de parabel,
die Hij aan de lieden vertelde. Ik zag dat Hij hun hetzelfde
beeld in hun binnenste geprent achterliet.
Daarna vroeg Hij hun of zij dit alles letterlijk
geloofden en of zij die goede Koning wilden volgen.
En daar zij Hem dit plechtig bevestigden, verzekerde
Hij dat God hun dit zou belonen en dat Hij hen
gezond zou maken, zodat zij Hem naar Edon zouden
kunnen volgen.
Fascikel 27
2928
|