wilden trouwen, waren van vaderlijke zijde bloedverwanten en zij
raadpleegden Hem daarover.
Hij verklaarde hun uit Mozes dat hun huwelijk tegen
de Wet zou zijn en Hij leerde ook in het algemeen
over het huwelijk.
Beide beloofden elkander kuis te blijven. Daar Jezus hier nu
over het huwelijk leerde, werd Hem verteld dat hier in de
nabijheid een dorp bestond, waar de mensen hoegenaamd geen
inzicht in de huwelijkswetten meer hadden en dat daar een man
nu reeds de 7 zusters van zijn eerste vrouw na elkander had
gehuwd. Men vertelde dit aan Jezus met droefheid en de Heer
besloot er zich heen te begeven.
Ook hier waren op de bruiloft 2 bijzondere mannen uit de stad.
De één had bij zijn vrouw geen kinderen, maar had er
verscheidene bekomen bij de vrouw van die andere man, die
Eliud heette en die deze kinderen voor de zijne hield.
De eerste, de echtbreker, werd gedurende Jezus’ lering onder de
maaltijd door een grote angst overvallen. Ook tussen deze 2
families vereffende Jezus later (nrs. 1514-1515) de zaak.
Hij legde hun de huwelijkswet uit; Hij bracht de
schuldige tot boetvaardigheid en de verongelijkte tot
vergevingsgezindheid en verzoening. Nog meer
andere gevallen wist Jezus in orde te brengen.
Daarna trokken vele van deze mensen met Hem naar Kedar terug
om daar de sabbat te vieren. In Kedar dat maar een paar uren van
hier verwijderd ligt, was bij de synagoge een openlucht-bidplaats
in een tuin, waarin een klein altaar en lampen op hoge
kroonkandelaars stonden. Tussen de plaats van de mannen en der
vrouwen was een scheidshaag. De priesters ruimden de Heer
graag hun plaats in; Hij hield dan ook in hun plaats de
lering en het openlijk gebed. Hier bleven zij tot wel tien
uur onder de sterrenhemel en Jezus begaf zich daarna naar de
synagoge.
Fascikel 27
2935
|