background image
Deze avond zag ik de Heer naar het noorden wandelen, waar het
land meer effen ligt. Bij Hem waren vele mensen, ook verwanten
van de bruid, wier bruiloft Hij bijgewoond heeft (nr. 1504) en nog
andere uit haar geboorteplaats. Waar ik hen zag schijnt het een
plaats van oponthoud voor herders te zijn.
Er zijn daar verscheidene open afdaken (schuren, loodsen), ook
huizen, omringd van doornhagen, met houten omtuiningen en met
lange rijen van met elkaar verbonden bomen. Dit ganse
gebouwencomplex of omsloten dorp is met een traliehek aan de
in- en uitgang gesloten. Nochtans schijnen de mensen hier niet te
wonen. Ik zag hen daar ingaan met de avond. Onder een afdak
aten zij vruchten, vijgen, wijndruiven, dadels en zwarte bessen.
Zij waren daar nog, toen de sterren reeds aan de hemel
802
blonken.
Het was een zeer schone nacht (maan is in eerste kwartier). Het
was warm en de dauwdruppels pinkelden in het sterrenlicht.
Een eind van hier ligt de kleine stad, waar de mensen zo weinig
van de huwelijkswetten afwisten.
Jezus 14 dagen te Si ar-Kedar.
k
– Beslecht
w
hu elijksgeschillen.
1512.
31 oktober. –
Jezus doorliep heden met zijn gezelschap onvermoeid de streek en
kwam pas ‘s avonds aan een kleine stad, die ten noorden van
Kedar op de helling van een berg gelegen is. De meesten van zijn
802 Wat K. hierboven beschreef is wat de Arabieren noemen ‘doear’, een
kampement, “een vrij grote ruimte, omringd door een ondoordringbare
levende cactushaag of lage stenen muur, waarop dikke bussels van
stekelige acaciatakken gezet worden, die door elkaar gevlochten zijn.
In de ruimte wordt het vee in veiligheid gebracht en daar omheen zijn in een
ovale kring de tenten opgericht.” (D.B. Haseroth & Arabe, 833).
Fascikel 27
2938