background image
werk. (Zij schenken aan de Kerk, het Godsrijk op
aarde goede burgers en aan de hemel nieuwe
gelukzaligen en redden hun eigen ziel).”
Jezus zei ook nog dat Hijzelf de Bruidegom was van
een bruid in wie alle verzamelden herboren zouden
worden. Hij sprak van de Bruiloft te Kana in Galilea
en van de verandering van het water in wijn.
Al wat Hij van zichzelf vertelde, zegde Hij als van een
derde persoon, zoals van die man in Galilea, die Hij
zeer goed kende en die zo onrechtvaardig vervolgd
werd en ook werkelijk omgebracht zou worden.
De mensen aanhoorden en geloofden dit alles zeer kinderlijk en
de parabelen die zij letterlijk geloofden, toonden hun tevens de
waarheid aan. De bruidegom scheen een school- (of synagoge-)
leraar te zijn, want Jezus zei hem dat hij moest
onderwijzen, niet gelijk de Farizeeën, die lasten
oplegden, welke zijzelf niet wilden dragen, doch door
zijn voorbeeld. Jezus sprak heden ook over Ismaël,
want Kedar en deze plaatsen zijn, geloof ik, door
nakomelingen van Ismaël bewoond. Ik meen dat het hier
het gewest van Hagar is. (In zover namelijk dat er hier
nakomelingen van haar wonen, cfr. nr. 1491, laatste alinea).
De meeste mensen zijn hier herders; zij achten zich voor geringer
dan de bewoners van Judea, want zij spreken over de Joden nooit
anders dan over hoogstaande mensen en een uitverkoren volk; zij
leven nog helemaal op de oude wijze.
Een groot kuddenbezitter heeft doorgaans een groot huis, dat
soms ook wel door een gracht omringd is; in de nabijheid staan de
huizen van zijn onderherders en zijn weiden strekken zich
eveneens in de omstreken uit. Hij heeft een eigen bron op zijn
domein (cfr. fasc. 16, nr. 644, voetnoot 299). Hieraan mogen
alleen zijn eigen kudden drinken of somtijds ook de kudden van
een buurman, indien zij met elkander over de baan kunnen. Hier
Fascikel 27
2953