hen niet uiteendrijven en de eenzame weggerukten
niet vernietigen zou.
Ook sprak Hij in parabelen van het zorgvuldig
bebouwen van de wijngaard, over de onnodige
schadelijke ranken, het snoeien van de takken, de
matigheid in het huwelijk, enz.
De gelijkenissen op de nieuwgetrouwden toepassend,
sprak Hij voornamelijk over de liefde en haar
reinheid, opdat ze reine telgen zou kunnen
voortbrengen.
Hij zei dat Hij hier nog alleen de wijngaard voor de
nieuwe echtgenoten wilde aanleggen, hun de
wijngaardranken wilde leren planten, en dan zou
Hij afscheid van hen nemen om de wijngaard van
zijn Vader te gaan bebouwen.
Dit alles leerde Hij hun zo eenvoudig en toch zo kunstzinnig, dat
zij meer en meer zijn bedoeling en de waarheid begonnen te
vermoeden en toch in de eenvoud van hun opvattingen bleven.
Hij leerde hen in gans het leven en de hele natuur
een verborgen heilige wet ontdekken, die door de
zonde misvormd was.
Deze onderrichting duurde tot laat in de nacht, en toen Jezus zich
nu wilde verwijderen, hielden zij Hem tegen, omarmden Hem en
riepen al smekend: “Maak ons dit alles toch verstaanbaar!”
Hij antwoordde hun dat zij moesten beginnen met
zijn leer in de praktijk te brengen en dat Hij hun dan
iemand zou zenden, die hen duidelijker zou
onderrichten.
Fascikel 27
2956
|