Niet ver van dit gewest waren vele olifanten.
Zij vroegen Hem of ook Noë (Noach) geen wijngaard geplant en
zich niet zat gedronken had (Gen. 9, 20).
Jezus legde hun deze geschiedenis uit en sprak van
de roes of bedwelming, als van een groot gevaar van
zonde bij het genieten van wijn en in het huwelijk.
Groot is het gevaar, hetzij de bedwelming van de
wijn, hetzij ze van hartstocht voortkomt. Door de roes
wordt de zonde voortgebracht en door de ene
ergernis de andere.
Jezus herhaalde nogmaals dat Hij hen welhaast
moest verlaten, dat Hij op de Kalvarieberg de
wijngaard moest planten en begieten, maar dat Hij
hun een gezant zou zenden, die hen in alles
inwijden en hen in de wijngaard van zijn Vader
binnenvoeren zou.
10 november. –
Jezus heeft in deze stad geen eigenlijk groot wonder gedaan. Hij
heeft alleen nu en dan door het gebed en het opleggen der
handen enige ongemakken en kleine ziekten, zoals
hoofdpijn, koorts en onpasselijkheden genezen.
De vrijdagavond ging Hij in de synagoge om bij de
sabbatopening te leren.
1528.
11 november; Sabbat. –
Ook de volgende dag op de sabbat leerde Jezus in de
synagoge en sprak er nog lang over het Rijk van zijn
Vader en de vele woningen erin.
Fascikel 27
2960
|