Zij vroegen Hem waarom Hij uit dat Rijk niets had meegebracht
en een zo eenvoudige kleding droeg?
Hij antwoordde hun dat zijn Rijk voorbehouden was
voor hen die Hem navolgden. Zij die het wilden
ontvangen, moesten het verdienen (en Hem dus in
zijn armoede en onthechting, door zijn eenvoudige
kleding verbeeld) trouw navolgen. Ook was Hij hier
op aarde een vreemdeling (die geen prachtklederen,
maar reisklederen droeg) die arbeiders voor zijn
wijngaard kwam zoeken en roepen. (Het was
evenmin nodig iets uit zijn Rijk mee te brengen, daar
Hij in het geloof gediend wilde worden.)
Hij zei ook waarom Hij het huis van de bruidegom zo
licht wilde hebben, namelijk omdat de aarde niet de
verblijfplaats van zijn volgelingen was en dat zij er
met hun hart niet aan mochten hangen.
“Waarom,” vroeg Hij, “wilt gij voor uw lichaam een
sterk huis bouwen, daar het toch zelf een wankel huis
is? Gij moet dus dit huis uwer zielen reinigen en het
als een tempel eerbiedigen en heiligen (cfr. I Kor. 3, 16-
17). Gij moogt het niet onteren noch ten nadele van
de ziel overlasten, het niet vertroetelen noch
verwekelijken.” Met dergelijke woorden kwam Hij
weer op het huis van zijn Vader.
Jezus sprak ook over de Messias en de tekenen
waaraan men Hem zou kunnen herkennen (cfr. Jes. 35,
5; 61, 1).
Hij zei dat Hij afstammen zou van een roemrijk
geslacht, doch uit zeer eenvoudige en deugdzame
ouders geboren zou worden en dat Hij, te oordelen
naar de tekenen, reeds verschenen was (cfr. Mt. 1, 2-4),
Fascikel 27
2961
|