1533.
14 november. –
‘s Morgens ging de Heer tot de opgewekte Nazor, waste hem de
voeten en vermaande hem om in de toekomst meer
zorg voor zijn ziel dan voor zijn lichaam te hebben
en van het onrechtvaardig goed restitutie te doen.
Daarna liet Hij diens kinderen tot Zich komen en
sprak hun van de barmhartigheid die God hun vader
bewezen had, vermaande hen tot de vreze Gods,
zegende en bracht hen bij hun ouders.
Hij leidde ook de moeder tot de vader, en, terwijl Hij haar aan
hem overgaf, wees Hij erop dat de man op aarde was
teruggekeerd om strenger, beter en wetsgetrouwer met
de vrouw samen te leven.
Jezus leerde heden nog veel over het huwelijk en
steeds in parabelen en beeldspraak van de wijngaard
en het zaad.
Hij wendde zich daarbij in het bijzonder tot de jonge echtgenoten
en sprak tot Salatiël: “Gij hebt u laten bewegen door de
lichamelijke schoonheid van uw vrouw.
Maar bedenk eens, hoe heerlijk moet dan een ziel
niet zijn, daar God zijn Zoon op de aarde zendt, om
ten koste en door de slachtoffering van zijn schoon
lichaam de zielen te redden! Maar wie het lichaam
dient, verwaarloost de ziel. De schoonheid ontsteekt
de lust en de begeerlijkheid en deze bederft de ziel
door oververzadiging. Deze onmatige bevrediging is
het rankende slingerkruid, dat de tarwe en de
wijnranken verstikt en bederft.”
Fascikel 27
2971
|