naar wij hoorden, hun godsdienst, maar verder hebben wij er niets
meer van vernomen.”
1553.
27 november. –
Jezus bleef ook nog heden, maandag, bij deze herders, ging met
hen rond naar hun verscheidene kudden en hutten, en
onderrichtte hen over alles, ook over verscheidene
kruiden. Hij beloofde hun ook welhaast iemand te
zullen zenden om hen verder te onderrichten.
Hij zei hun dat Hij gekomen was voor allen in het
algemeen en voor elke mens in het bijzonder, die
naar Hem verlangde, en geenszins voor de Joden
alleen, gelijk zij in hun ootmoedigheid meenden.
Vooral de 3 jongelingen waren getroffen geworden door het
volstrekt nieuwe wonder met de bol. Zij stonden in een gans
andere verhouding tot de Heer dan de apostelen; zij waren
afhankelijk, stil, kinderlijk dienend en zij hadden niets daarin mee
te spreken gelijk de apostelen. Dezen hadden een ambt en zij
waren maar arme, dienstverrichtende leerjongens.
De herders hier gingen beurtelings naar huis tot hun vrouwen; zij
hadden achting voor de onthouding en dit door oude
overleveringen of verhalen (und zwar durch Sagen) over
Abraham; zij stonden zelfs aan hun kudden niet toe zich naar lust
te vermengen.
Fascikel 27
3003
|