rechterarm een lange band (of soort manipel)816, die van draden of
van pels gemaakt scheen te zijn en tot op de grond neerhing.
Zij hadden getande kronen op het hoofd (misschien zó te verstaan:
en op het voorhoofd een hartvormig schildje, waaruit nog
een spits uitstak.
Twee droegen tussen zich in de handen een gouden vuurpot, en de
anderen droegen op stelen gouden wierookvaten in de vorm van
kleine scheepjes, waaruit zij de wierook op het vuur wierpen.
Zodra zij nabij Jezus kwamen, werd hun sleep niet meer
opgehouden, maar men bond hem op hun rug in een strik op.
Jezus trok rustig, gelijk op Palmzondag, tussen al deze
eerbewijzen door. De gehele weg door het park liep in een groene
lovergang, die ter zijde open was; dit lustpark was groot; naar de
buitenkant toe stonden hoge bomen, maar naar binnen toe, fijne,
kleine sierboompjes. Vele kanalen en beken besproeiden deze
grootse tuin; deze was in vele driehoekige kleine perken verdeeld
door paden die met kleine stenen sierlijk ingelegd waren. Op die
perken groeiden allerlei mooie kruiden en bloemen.
1567.
Alle bomen en struiken van het park waren gesnoeid en geleid in
vormen die een grote verscheidenheid vertoonden. Ik zag er zelfs
die mensen en dieren nabootsten. Ook waren er vele
overschaduwde rustbanken en priëlen in. De lovergang die ter
zijde open was en het park doorsneed, was met kleine,
veelkleurige steentjes ingelegd, die sterren en andere figuren
voorstelden. Ook deze tuin eindigde bij een beek, die ook weer
816 Manipel. – (Latijn: manipulus) is een strookvormige doek die tijdens het
celebreren van de Mis aan de linkerarm wordt gedragen.
Symboliek: De manipel staat, als voormalige zweetdoek, in de christelijke
symboliek voor de last van het werk in de wijngaard van de Heer.
Tevens herinnert hij aan de ontberingen die Jezus Christus moest lijden
tijdens zijn aardse leven.
Fascikel 27
3021
|