de richting van een boog volgde en waarover eveneens een met
een tent overbouwde brug geslagen was. Voorbij deze brug
liepen links en rechts boogvormig vierhoekige lage tenten, waarin
de jongelingen woonden. De weg liep overdekt naar het
middenpunt van de grote ronde plaats, die het centrum van de
gehele ronde stad of nederzetting was, en daartegenover stond de
grote koninklijke tent.
In het midden van de ronde plaats lag een heuvelvormig eiland,
geheel tot een tuin ingericht en geheel met water omgeven. Op
deze heuvel of eiland was een fontein, waarboven een soort
tempel stond, die rondom open was en bestond uit een dak van
huiden op slanke zuilen.
Toen de Heer zijn intrek over de brug op de ronde plaats deed
(hier stonden de tenten van de mannelijke en vrouwelijke jeugd)
ontvingen de jongelingen Hem met de muziek van fluiten en
kleine trommels. Zij waren zonderling gekleed en ik geloof dat
zij een soort lijfwacht waren, want ik zag er ook zulke met korte
zwaarden als hakmessen op en neer gaan en de wacht houden.
Hun kleding ziet er op de ene zijde anders uit dan op de andere.
Op hun ene zijde hebben zij weinig opvallends, terwijl aan hun
andere zijde allerlei voorwerpen hangen, onder meer iets gelijk
een halve maan; men ziet duidelijk een aangezicht daarin
uitgesneden; zij dragen mutsen met van boven een vederbeugel.
1568.
Nadat de koning van zijn kameel afgestegen was, brachten zij het
dier weg, en de koning leidde Jezus en de leerlingen naar de bron
op het kleine eiland. Het is een springbron die onder een open
tempeltje staat; ze heeft meerdere springkringen boven elkander
met vele buizen, (d.i. rondom zijn op verschillende hoogten
spuitopeningen). Ook is ze van helblinkend metaal. Wanneer
men rondom de tappen uit alle buizen trekt, spruit het water
rijkelijk in het rond en het loopt door vele groeven of kanaaltjes
tussen kleine groene hagen de heuvel af naar de beek die hem
omringt. Rondom de bron staan zitplaatsen en banken. Hier liet
Fascikel 27
3022
|