background image
Hij sprak hun ook van een afwassing door de doop;
zijn gezanten zouden hen hierover nader
onderrichten en hun de grote genade van het
doopsel meedelen, maar Hij wilde dat zij, in
afwachting, Hem op zijn woord geloofden.
Hierna onderrichtte Jezus de priesters en koningen
afzonderlijk. (Vermoedelijk omdat de massa nog niet bereid is
op de harde waarheden, die Hij tot de vooraanstaanden van de
stad wilde richten). Hij zei hun dat alles wat in hun
godsdienstleer waarachtig scheen, louter ijdele
vormen waren, vervuld met de satan en bijgevolg
leugens; want, waar de goede engel wijkt, treedt de
satan in zijn plaats en bederft de heilige oefening en
eredienst, die hij in bezit neemt en tot zijn doel doet
strekken.
Zij hadden oudtijds alles vereerd, waarmee zij ook maar een
gedachte aan een kracht konden verbinden. Sedert hun terugkeer
van Bethlehem hadden zij vele dwalingen verzaakt, doch nog vele
ervan overgehouden.
Hij zei hun dat zij ook de dierenbeelden moesten
afschaffen; zij moesten ze smelten en Hij wees hun de
mensen aan, aan wie zij de waarde er van tot
ondersteuning moesten geven.
Hij zei dat al wat zij (op godsdienstig gebied) wisten
en deden, niets was; zij moesten zonder de beelden de
liefde en de barmhartigheid voorhouden en
beoefenen en de hemelse Vader danken, omdat Hij
(door Hem) hen zo barmhartig tot de kennis van de
waarheid geroepen had.
Ook beloofde Hij nogmaals dat Hij hun iemand zou
zenden om hen verder te onderrichten.
Fascikel 27
3052