zuilen onderschraagde tafel, een klein voetstuk met aan alle zijden
gaten, en ook met loofwerk versierd. Op dit voetstuk stond de
afgod, die zeer geleek op een hond (ze zei: mopshondje) die op
zijn achterstel zit. Hij zat op schrijfbladeren, die een boek
schenen te moeten verbeelden. Het boek bestond uit verscheidene
tafelen, die met snoeren aan elkander gehecht waren. Het beeld
hield zijn ene voorpoot op, als om op het boek te wijzen; zijn kop
was lang, plat en dik en had iets van een mensenhoofd.
Ik zag dat priesters in een buis vuur uit het bekken vóór de tempel
haalden en dit vuur onder het beeld uitgoten. Nu bemerkte ik dat
het beeld hol was, want er spatten vonken en er walmde damp uit
zijn muil en neus en de ogen schitterden.
Boven dit afgodsbeeld stond nog een tweede met vele armen827.
Het was alsof het op slangen zat; de betekenis van het beeld
verhoogde zijn afschuwelijkheid, want er was een aanbidding van
het vrouwelijk geslacht mee verbonden; ik kan dit niet goed
uitdrukken. Het was een Indisch afgodsbeeld, en ik vernam in
een bijvisioen hoe deze afgodsdienst in dit gewest bij deze
mensen ingevoerd was.
1601.
Ik zag nu ook een zieke vrouw van Azaria door 2 andere vrouwen
binnengeleid worden. Het was zijn voornaamste vrouw, die leed
aan bloedvloeiing; zij hoopten haar vóór het afgodsbeeld te zullen
genezen; zij zetten haar neer op een soort van troon op kussens en
tapijten; haar kinderen stonden naast haar.
De priesters baden, wierookten en offerden, dunkt mij, ook
vogelen aan het afgodsbeeld, maar het wilde niet lukken: de
vlammen sloegen uit het beeld; een dikke walm steeg eruit op en
827 Het was een Indisch beeld. – Een levensbeschrijver van de H. Xaverius
somt onder de voorwerpen van verering die de Heilige in Indië allerwegen
aantrof: veelarmige goden en godinnen.
De hoofdgod Brahma wordt voorgesteld met 4 hoofden en 4 armen.
Fascikel 28
3075
|