1632.
Petrus en Joannes kwamen de Heer op zijn weg tegemoet, en vóór
de stadspoort wachtten nog 6 andere apostelen op Hem. Deze
brachten de Heer en de leerlingen in een woning, waar de
huisheer hen goed ontving. Hij had Jezus nog nooit gezien, en
Jezus maakte zich ook niet als een buitengewoon Iemand aan hem
bekend. Hij onderscheidde zich nauwelijks van zijn gezellen.
Zij wasten de aankomenden de voeten en met de aanvang van de
sabbat werd de lamp aangestoken (cfr. fasc. 19, nr. 832, voetnoot
424). Zij trokken lange witte klederen en gordels aan, baden en
gingen dan naar de school die een weinig hoog ligt.
Daarna was er bij de gastheer een maaltijd, waarbij nog andere
oude Joden met lange baarden tegenwoordig waren. Ook liet de
waard nog een hoogbejaard man halen, die door 2 anderen
ondersteund werd en als een voornaam priester gekleed was.
Noch in de school, noch gedurende de maaltijd onderscheidde
zich Jezus opvallend. De gastheer zag er vals uit; ik las het in zijn
blik en hij scheen mij een Farizeeër te zijn. Ik zag nog dat hij na
het avondmaal een vleugel van zijn huis tot nachtverblijf aan de
gasten aanwees.
1633.
13 januari; Sabbat. –
Bij Sikar ligt de berg Gerizzim, waarop de Samaritanen (tot heden
toe) hun godsdienstplechtigheden houden. In de vallei ten
noorden van deze berg zijn de patriarch Jozef en zijn broeders
begraven842.
842 Jozef en zijn broers hier begraven. – Hieromtrent zijn de meningen
verdeeld. Het schijnt wel dat in dat graf, 500 m ten noorden van de bron van
Jakob en van de Gerizzim, alleen Jozef begraven is, zijn broers echter in de
dubbele grafspelonk van Abraham te Hebron.
De traditie die dit laatste houdt, is sterker en meer waarschijnlijk dan de
mening van de H. Hiëronymus en enige rabbijnen, die hun graf in dat van
Fascikel 28
3136
|